Het Israëlische onderzoek werpt nieuw licht op de moeite die mensen met autisme hebben om de emoties van anderen te ‘lezen’. Misschien komt dat óók doordat lichaamsgeuren voor hen geen emotionele lading hebben, zo denken de onderzoekers. Ze hebben in elk geval een ‘sociale reukzinstoornis’, schrijven ze in Nature Neuroscience.
Er zijn veel van die emotiegeuren. Bijvoorbeeld een stofje dat een gevoel van groepsbinding geeft, dempt een schrikreactie bij niet-autisten als die er onbewust aan zijn blootgesteld. Maar mensen met autisme die ongemerkt aan dat stofje blootstaan schrikken even hard als anders van een plotseling hard geluid.
Het verschil met niet-autisten was er alleen als de autistische en niet-autistische proefpersonen in de experimenten in Israël onbewust aan verschillende lichaamsgeuren werden blootgesteld. Die onbewust ervaren signaalstoffen in de lucht veroorzaken overduidelijk tegengesteld gedrag bij autisten en niet-autisten.
Het betekent niet dat autisten die geuren niet kunnen ruiken. In een experiment met twee monsters met lichaamsgeur van één persoon en één met de lichaamsgeur van iemand anders, kunnen autisten de twee monsters van die ene persoon net zo feilloos aanwijzen als niet-autisten. En angstzweet kunnen ze desgevraagd ook heel goed onderscheiden van sportzweet. Maar sociaal doet het hun niets, als ze er onverwacht en ongemerkt aan worden blootgesteld.