Het NAR voert dit onderzoek uit in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De resultaten van dit onderzoek zullen naar verwachting in het voorjaar van 2024 beschikbaar zijn.
WAT IS ABA?
ABA, of Toegepaste Gedragsanalyse, is een wetenschappelijke aanpak voor het begrijpen en veranderen van gedrag. Het wordt vaak gebruikt om sociaal relevante vaardigheden aan te leren en om ongewenst gedrag te verminderen.
Behandelingen die vallen onder ABA of afgeleid zijn van ABA zijn onder andere:
- Vroegtijdige Intensieve Gedragsinterventie (VIG): Dit is vaak een intensieve vorm van ABA die zich richt op jonge kinderen met autisme, meestal tussen 2 en 6 jaar oud. De focus ligt op het vroegtijdig aanleren van cruciale vaardigheden.
- Pivotal Response Treatment (PRT): Een meer kindgerichte benadering van ABA die zich richt op belangrijke gebieden van ontwikkeling die de basis kunnen vormen voor andere vaardigheden.
- Verbal Behavior (VB): Een benadering die zich richt op het aanleren van verbale vaardigheden aan kinderen met autisme.
- Discrete Trial Training (DTT): Een gestructureerde ABA-methode waarbij vaardigheden worden opgebroken in kleine, "discrete" stappen die afzonderlijk worden aangeleerd.
- Natural Environment Training (NET): Dit is een minder gestructureerde vorm van ABA die vaardigheden aanleert in een natuurlijke omgeving.
Waar komt ABA vandaan?
ABA is ontstaan uit de gedragspsychologie en heeft zich in de jaren '60 en '70 in de Verenigde Staten ontwikkeld als een interventie voor kinderen met autisme. Dr. Ivar Lovaas was een van de pioneers die ABA-methodologieën toepaste op kinderen met autisme, met als doel hun leerbaarheid te verbeteren en ongewenst gedrag te verminderen.
ABA en autisme
Hoewel ABA wordt toegepast in diverse velden, is het vooral bekend geworden als een behandelmethode voor mensen met autisme. ABA-methoden worden gebruikt om een breed scala aan vaardigheden aan te leren, zoals communicatie, sociale vaardigheden, zelfzorg en academische vaardigheden. Tegelijkertijd wordt het gebruikt om gedragingen die als problematisch kunnen worden beschouwd te verminderen.
Bron: NAR