De UGent en de KU Leuven starten met een nieuw onderzoek om ASS veel vroeger op te sporen dan momenteel het geval is. "Nu wordt de diagnose vaak gesteld op de leeftijd van 2, 3 jaar of zelfs later", zegt professor Herbert Roeyers van de UGent. "Wanneer we heel vroeg een diagnose kunnen stellen, kunnen we ook sneller ingrijpen en weten de ouders waar ze aan toe zijn." Daarom gaan de onderzoekers nu 500 jonge kinderen volgen, vanaf de leeftijd van 5 maanden tot 3 jaar, onderverdeeld in 3 risicogroepen, en verdeeld over de 2 onderzoekslocaties: Gent en Leuven.
"Een eerste groep bestaat uit jonge kinderen die een broertje of zusje met ASS hebben. Een tweede groep zijn te vroeg geboren kinderen, kinderen die geboren zijn vóór 30 weken zwangerschap. En een derde groep zijn kinderen met hardnekkige en niet meteen te verklaren voedingsproblemen", zegt professor Roeyers.
De kinderen krijgen een uitgebreide reeks testen per leeftijd, die zullen bestaan uit onder meer gedragsobservaties, gestandaardiseerde ontwikkelingstesten, video-opnames tijdens de onderzoeken, registratie van het kijkgedrag, bloedafname, en een 3D-foto.
"We willen bij ieder kind zo vroeg mogelijk kunnen inschatten hoe groot het risico op autismespectrumstoornis is. De uiteindelijke bedoeling is dan om met het risico-inschattingsmodel zo snel mogelijk aan de slag te gaan. We hopen ook dat tegen de leeftijd van 3 jaar een milder beeld van autisme zal ontstaan", besluit Roeyers.
Lees ook dit:
EEG kan autisme accuraat voorspellen bij jonge baby's
